Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen Jozefs broeders zagen, dat hun vader dood was, zo zeiden zij: Misschien zal ons Jozef haten, en hij zal ons [33]gewisselijk vergelden al het kwaad, dat wij hem [34]aangedaan hebben. 33. Hebr. vergeldende vergelden, of, wederkeren. 34. Hebr. weder gedaan, of, vergolden hebben; te weten, voor al die ootmoedige beden en vriendelijke smekingen, die hij, in onze handen zijnde, aan ons gedaan heeft, en wij hem afgeslagen hebben. Zie boven, hfdst.42 vs.21, alzo onder, vs.17.